Godsdienststrijd in Rijnsburg

Terug naar venster

 

In de eerste helft van de 16e eeuw, zo rond 1530, was het protestantisme doorgedrongen in Oegstgeest, Noordwijk en ook in Rijnsburg.  Met name de hagenpreken van de Leidse Sacramentisten  speelden een belangrijke rol. Zij stonden sterk onder invloed van de Zwitserse kerkhervormer Zwingli.
Vooral tegen hen werden de beruchte plakkaten afgekondigd en onder hen vielen ook de meeste slachtoffers. Een golf van wantrouwen en geweld sloeg over het gebied tussen Leiden en Noordwijk. Veel zogenoemde ketters werden aangebracht, ook vanwege de beloningen die werden uitgeloofd.
Lees de onderstaande belevenissen van twee  Rijnsburgse families in deze woelige periode.

De in Rijnsburg  geboren dichter Joachim Oudaen, een belangrijke Collegiant , vertelt een verhaal over zijn grootvader van moeders zijde. Deze Willem Janszoon werd de stamhouder van de beroemde Van der Codde(n), de oprichter van de Collegianten  (zie venster 14 over de Collegianten).

Willem woonde in het begin van de 16e eeuw in Rijnsburg  in het huidige Moleneind , waar hij het vak uitoefende van schoonmaker. Ook hield hij vee, zoals veel ambachtlieden dat in die tijd deden. Hij was al vroeg aanhanger van de reformatie.
Rond 1530 had Willem Janszoon  op zijn weiland bij Warmond, in een hooischuur, een bijbel verborgen. In die tijd mochten alleen de geestelijke leiders van de rooms-katholieke kerk een bijbel in hun bezit hebben. Twee maal in de week ging hij met de roeiboot naar het land om daar de bijbel te lezen, waarover hij later thuis met zijn vrouw en kinderen sprak.
Kennelijk bleef dat niet  onopgemerkt, want de bisschop van Utrecht gaf te kennen dat men speciaal op een zeker gezin in Rijnsburg moest letten, omdat men hier gevaarlijke ketterij begon te verspreiden.
Een dochter van Willem moest vluchten naar Embden, omdat zij een ketterse leraar in haar huis had laten preken. Ook de zoon Jacob werd vervolgd.

Naast de vervolging van de familie van Willem werd ook de protestantse geus Claes Heeres door de baljuw van Rijnsburg  gevangen genomen.
Op 12 juli 1571 werd zijn terdood- veroordeling op het laatste moment verhinderd door de Rijnsburgse vierschaar, de toenmalige rechtbank.

Deze verhalen geven weer hoe onveilig de toestand op het platteland was in de tijd van de 80-jarige oorlog. Ook groepen rondzwervende huursoldaten van een ontbonden leger vormden een ware plaag voor de Rijnsburgers.

Familie van stamoudvader Jan van Delft
Jan van Delft werd in 1530 geboren en overleed op 65-jarige leeftijd in 1595. Alle Rijnsburgers met de naam van Delft stammen waarschijnlijk van hem af. Zijn oudste zoon Cornelis, die werd geboren in 1560, wordt gezien als de stambetovergrootvader van de familie Van Delft.
Jan leefde in de tijd van de Tachtigjarige Oorlog, die niet alleen een opstand was tegen de Spaanse overheersing, maar ook een strijd van aanhangers van de protestante reformatie tegen het katholicisme.
Ook Jan van Delft behoorde tot de protestante ketters, tegen wie in 1555 zelfs een zogeheten bloedplakkaat was uitgevaardigd. Met deze plakkaten werden alle pogingen tot het prediken van de nieuwe godsdienstige  leer met harde hand in de kiem gesmoord.  Ook in Rijnsburg ging het er hard aan toe.
De abdij van Rijnsburg werd in 1574  als  ‘Ravennest der Spagnolen’   door woedende Rijnsburgers verwoest,  zo is te lezen in het boekwerk  ‘Abdij van Rijnsburg’  van dr. G.D.I. Schotel.
Volgens de overlevering was Jan van Delft één van de mannen die het gebouw in brand staken en was hij ooggetuige van de vernielingen. Gelukkig is een enorm monument uit de kloostertijd bewaard gebleven: de grijze zuidelijke toren van de abdijkerk heeft de vernietiging overleefd.
Hoe het verder ging? De priesters zijn uiteindelijk gevlucht. De kerk werd hersteld en werd later de welbekende Laurentiuskerk.
Deze Jan van Delft was één van de toehoorders van de eerste protestantse dominee in Rijnsburg, de Fries Andreas Hagius, die in 1583 de kansel besteeg.
Uiteindelijk is het protestantisme in Rijnsburg uitgegroeid tot de  belangrijkste godsdienstige stroming, wat o.a. te danken is aan beide bovengenoemde families.