Rijnsburgse Uien

Vanaf de eerste bewoning in onze streken werden kleine akkers bewerkt. De geteelde gewassen vormden het voedsel voor de eigen gemeenschap. Het menu was in die tijd gebaseerd op graan,...

lezen

Rijnsburgse Uien

terug
naar verhalen

Pruiken en Revoluties

1700 - 1800

Hoe het begon

Vanaf de eerste bewoning in onze streken werden kleine akkers bewerkt. De geteelde gewassen vormden het voedsel voor de eigen gemeenschap. Het menu was in die tijd gebaseerd op graan, erwten, bonen en enkele groente- en fruitsoorten. Naarmate de bevolking toenam, begonnen sommige boeren ook voor de stadsbewoners, met name die van Leiden, te kweken.  Er ontwikkelde zich een eenvoudige vorm van ruilhandel.

Het leenstelsel

In de vroege middeleeuwen ontstond het leenstelsel. Dat hield in dat de vorst gebieden in bruikleen gaf aan leenmannen (graven), die op hun beurt weer hoven in bruikleen gaven aan de heer van een gebied. Deze structuur werd aangeduid als het  ‘hofstelsel’. De hoven werden geëxploiteerd door onvrije, aan de grond gebonden ‘horige’ boeren. Die mochten ook een stukje grond voor hun gezin bewerken.

Land- en tuinbouw

Rond 800 stimuleerde Karel de Grote het telen van een meer gevarieerd assortiment aan groenten en fruit. Ten noorden van de Vliet werd hiervoor een stuk grond aangewezen. Daar  ontstond een voor die tijd belangrijk tuinbouwgebied, wat ook het drijven van handel tot gevolg had. Een belangrijke stimulans was rond 1125 de stichting van de Rijnsburgse abdij met het daaraan verbonden klooster.

Abdy van Rijnsburg grondbezit in Rijnsburg

Abdy van Rijnsburg grondbezit in Rijnsburg

Het klooster kreeg van de adel grote landerijen ten geschenke. Door de daarop uitgeoefende land- en tuinbouw kreeg de abdij veel invloed. Voor de bevolking buiten de kloostermuren werden als gevolg daarvan de land- en tuinbouw steeds belangrijker als middel van bestaan.

Door de oorlog met de Spanjaarden ontstond tijdens het beleg van Leiden in 1574 veel schade aan de landerijen. Nadat de oorlogsschade was hersteld, kwam de landbouw weer snel tot bloei. Een nieuw gewas dat in die tijd op de markt kwam, was de uit Zuid-Amerika afkomstige aardappel. Bovendien introduceerden de vele Vlamingen, die voor het oorlogsgeweld naar het kustgebied van Holland waren gevlucht, de vlasteelt. Daardoor kwam met name in Leiden de lakenindustrie tot bloei. Een bekend gewas werd de Rijnsburgse ui, die tot in het buitenland bekendheid kreeg. Het leverde de  Rijnburgers de bijnaam ‘Uien’ op. Kortom, het was een periode met dynamiek.

Bollenteelt

Bollenvelden%20molenEen andere activiteit waarmee men in de Oude Rijnmond zijn brood verdiende was de bollenteelt. Deze teelt was rond Haarlem in de zestiende eeuw op beperkte schaal begonnen en breidde zich daarna langzaam in zuidelijke richting uit, tot aan de regio rond Rijnsburg en Katwijk. De bollenteelt werd van betekenis nadat in 1880 de waterstand beter kon worden beheerst door de indienststelling van een nieuw stoomgemaal.

Vindingrijk

groenten handel (3)Niet altijd ging het economisch voor de wind. In het midden van de negentiende eeuw ontstond steeds meer concurrentie vanuit het Westland: daar had inmiddels de kas zijn intrede gedaan. Hierdoor werd het mogelijk om steeds vroeger in het voorjaar met zomergroente op de markt te komen. De vindingrijke tuinders zaten echter niet stil en zochten naar nieuwe activiteiten. In 1853 werd een terrein in gebruik genomen waar bloemkool werd schoongemaakt die, na te zijn ingezouten, naar het buitenland werd verscheept. Verder werd de verkoop steeds professioneler aangepakt. De voormalige groenteveilingen in de regio en de huidige bloemenveiling Flora zijn daar nog het bewijs van.

De bomschuit

De commerciële visserij in de Nederlanden ontstond waarschijnlijk vanaf de twaalfde eeuw in Vlaanderen. Deze breidde zich vervolgens uit naar het noorden, naar het deltagebied en de Hollandse duinenkust. Aangenomen...

lezen
Volgende verhaal

De bomschuit

terug
naar verhalen

Pruiken en Revoluties

1700 - 1800