Heren van Katwijk en Valkenburg

Op het kruispunt van de Heerweg en de Rijn was een nederzetting gegroeid.  Het dorp Katwijk wordt In een Latijnse oorkonde uit 1224 voor het eerst genoemd:  “apud Rhenum Catwijck” ...

lezen

Heren van Katwijk en Valkenburg

terug
naar verhalen

Steden en Staten

1000 - 1500

Op het kruispunt van de Heerweg en de Rijn was een nederzetting gegroeid.  Het dorp Katwijk wordt In een Latijnse oorkonde uit 1224 voor het eerst genoemd:  “apud Rhenum Catwijck”  (Katwijk bij de Rijn). Aan de kust ontstond een tweede dorp, waar vooral vissers woonden die hun vis in het dorp aan de Rijn op de markt brachten. Van Heren van deze dorpen was in die tijd echter nog geen sprake. De beide Katwijken waren gelegen op  het terrein van een grafelijk hof waartoe ook het veel oudere Valkenburg behoorde. Oorspronkelijk was alle grond binnen de hof eigendom van de Duitse vorst.

Ambachtsheerlijkheid

Omstreeks 1300 gaf de graaf van Holland  Valkenburg, Katwijk en ’t Sant als ambachtsheerlijkheid te leen aan de burggraaf van Leiden. De ambachtsheerlijkheid onderscheidde zich van de vrije/hoge heerlijkheid doordat de heer geen jurisdictie in halszaken (de doodstraf) bezat. Naast rechtspraak behoorden ook bestuur en wetgeving tot de competentie van de heer. Deze liet uitoefening van al deze bevoegdheden meestal over aan een door hem benoemde schout . Verder had de heer onder meer recht op allerlei heffingen. Valkenburg wordt voor het eerst in 1317 vermeld als burggrafelijk bezit.

De Burggraaf

WassenaarDe zoon van de toenmalige burggraaf, Dirk van Cuyk, stierf in 1339 zonder kinderen na te laten. Zijn neef Filips van Wassenaer slaagde er echter in om het burggrafelijk recht te verwerven. In 1343 werd hij voor het eerst Heer van Katwijk, Valkenburg en ’t Sant genoemd. In 1340 verhuisde hij van Den Haag naar het kasteel ’t Sant in Katwijk.

Het bezit was belangrijk voor de Van Wassenaers. Het recht om de schout te benoemen bood de mogelijkheid om daadwerkelijk invloed uit te oefenen op de gang van zaken in de dorpen. Verder hield de heer het tolrecht, jachtrecht, visrecht en de veerrechten in de Rijn.  Hij bezat het molenrecht, wat inhield dat de inwoners verplicht hun graan moesten laten malen bij zijn molens. Daarnaast bezat hij ook nog de marktrechten.

Tachtigjarige oorlog

Toen  Jan van Wassenaers gelijknamige zoon in 1523 aan verwondingen stierf, kwamen de leen- bezittingen in handen van zijn enige dochter Maria, die getrouwd was met Jacques de Linge. Tijdens de tachtigjarige oorlog  (1568-1648)  had familie De Linge voor de Spaanse koning gekozen. De oorlog leidde in 1579 tot het verbeurd verklaren van de noordelijke bezittingen van de koning, waaronder Katwijk, Valkenburg en ’t Sant. Met het twaalfjarige bestand (1609-1621) werden de verhoudingen hersteld: familie De Linge kreeg weer het beheer over Katwijk, Valkenburg en ’t Sant.  De familie had echter weinig vertrouwen in de bestendigheid van de situatie en verkocht in 1615 het ambacht Valkenburg apart aan Johan van Orsmale. In 1621, na het bestand, werd inderdaad weer beslag gelegd op de heerlijkheid Katwijk. De Staten van Holland schonken Katwijk aan de stadhouder, Prins Maurits. Zo werden prins Maurits, en na hem prins Fredrik Hendrik, heren van Katwijk.

Een Vrouwe van Katwijk

KnipselNa de dood van prins Frederik Hendrik in 1647 werd het ambacht teruggeschonken aan  familie De Linge, die het  in 1654 verkocht aan Willem van Liere. Willem stierf in 1655 en gedurende twintig jaar was zijn weduwe Maria van Reigersberg Vrouwe van Katwijk. Onder Katwijkers is zij vooral bekend als opdrachtgeefster van het grafmonument in de Dorpskerk van Katwijk aan den Rijn. Maria onderhield nauwe contacten met de familie Van Wassenaar. Via huwelijken tussen de families zou er na twee eeuwen  in 1775 weer een Van Wassenaer Heer van Katwijk worden. De Bataafsche Revolutie in 1798 leidde echter tot afschaffing van de rechts- en bestuursmacht van de heerlijkheden.

Historische verbondenheid

“In 1957 liet de baron zijn naam officieel wijzigen in Van Wassenaer van Catwijck. Steevast  ondertekende hij met een kort maar krachtig:  Wassenaer Catwijck.”

Het familiegraf in de Dorpskerk maakt de historische verbondenheid met  de families Van Liere en Van Wassenaer nog steeds zichtbaar. Het bleef ook in de twintigste eeuw de belangrijkste verbindingslijn tussen Katwijk en de familie van Wassenaer. De laatste die er werd begraven was Arent Jacob Otto van Wassenaer, in 1996.

Verder lezen over "heren van Katwijk en Valkenburg"

De Hof van Valkenburg “Luttige Geest”

In het Frankische rijk was het gebruikelijk om grote landgoederen te exploiteren via het hofstelsel. Dit hield in dat het landgoed of domein werd georganiseerd rond een centrale hof (een curtis...

lezen
Volgende verhaal

De Hof van Valkenburg “Luttige Geest”

terug
naar verhalen

Steden en Staten

1000 - 1500