3d Een dorp in de zee

Terug naar venster

De middeleeuwen          
In de vroege middeleeuwen werd  vanuit Katwijk aan den Rijn op zee gevist.
Door verzanding van de monding van de Rijn werd het nodig om vanaf het strand te gaan vissen en ontstond een nederzetting in de zeereep.

Vissen vanuit het Rijndorp
De visserij stelde tijdens de vroege en hoge middeleeuwen
(dus van ongeveer 500 tot 1250) niet zo veel voor. Er was maar een klein aantal vissers in het Rijndorp.
Hun schepen waren klein en de visserij was er vooral op gericht om in het eigen levensonderhoud te voorzien.
Vanuit Katwijk aan den Rijn voeren de vissers de rivier af om de zee te bereiken.
Het verzanden van de Rijnmond maakte een eind aan deze verbinding met het open water.
Konden de vissers eerst nog met hun vangst de rivier op  varen en in het dorp aanmeren, nu moesten zij door de branding het strand bereiken en vervolgens de boot boven de vloedlijn trekken.

Naar de kust
Om toch hun beroep te kunnen voortzetten, besloot een aantal vissers naar de zeereep te verhuizen.
In de duinen, bij het strand, bouwden zij een kleine afgelegen nederzetting.
Hoe dat precies ging is onduidelijk, omdat daarover geen informatie bewaard is gebleven. De bewoners van deze nederzetting moesten iedere keer met hun gevangen vis een moeizame tocht maken naar de bewoonde wereld, over een zandpad door de duinen.
Toch besloten geleidelijk steeds meer mensen bij de kust te gaan wonen.

Handel
Langzamerhand werd de visserij beroepsmatiger en steeds meer gericht op de handel.
Door de uitbreiding van de beroepsvisserij ontstond er ook andere bedrijvigheid. Schepen werden gebouwd en gerepareerd en moesten van tuigage worden voorzien. Er waren netten nodig en de vis moest verzendklaar worden gemaakt.
Dat betekende dat de nederzetting in de duinen zich langzaam tot een dorpje begon te ontwikkelen.

In het begin werd de gevangen vis naar de markt in Katwijk aan den Rijn vervoerd en daar verkocht.
Dat leidde op den duur tot spanningen tussen de beide Katwijkse dorpen.
De bewoners van het zeedorp wilden graag de handel naar hun dorp verplaatsen, maar in het binnendorp was men niet bereid het marktrecht af te staan.
Veel mensen verdienden namelijk hun brood door de aanwezigheid van de markt.
Uiteindelijk hakte hertog Albrecht van Beieren in 1388 de knoop door en werd de  vismarkt naar het zeedorp verplaatst.

Het zeedorp groeit
Het zeedorp ontwikkelde zich steeds meer tot een volwaardig dorp. In het begin gebruikten de bewoners een kleine kapel voor de kerkdiensten.
In 1461 werd Katwijk aan Zee wat de kerk betreft  losgemaakt van Katwijk aan den Rijn.
Dat maakte de weg vrij om een eigen kerk te bouwen. Deze werd omstreeks 1480 in gebruik genomen en is tot op heden als de Oude Kerk nog steeds in gebruik.

1627, Katwijk aan zee met het Malle gat
Door duinafslag als gevolg van zware stormen kwam de kerk  geleidelijk aan de rand  van het dorp te staan.

De vorming van een eigen parochie (kerkelijke gemeente) maakte dat er ook aandacht kwam voor oude mensen en weeskinderen. Hoewel uit documenten blijkt dat er al in 1405 sprake was van een gasthuis, werd dit in 1481 een officiële  instelling.
Een schenking van een rijk echtpaar uit Leiden

Tip: Op het vuurbaakplein is de oude Vuurbaak (de Vierboet) nog te zien. De toren is gebouwd in 1605 en is na de Brandaris de oudste vuurtoren van Nederland.
De vuurbaak is in de maanden juli en augustus geopend van 10.00 – 12.00 uur en van 14.00 – 17.00 uur.