7a De Verpleging

Terug naar venster

Zorg voor elkaar

Inleiding
Eeuwen lang zorgden mensen voor elkaar door middel van liefdadigheid en familie- en burenhulp. Aan het begin van de negentiende eeuw besefte men dat dit soort sociale zorg niet meer voldoende was. In die jaren ontstonden de eerste verzekeringen en ziekenfondsen, die hulp van familie en buren gingen vervangen.

Zorg door de eeuwen heen
Zorg voor elkaar is van alle tijden. In de tijd van de jagers en de eerste boeren waren de gemeenschappen klein. Het was in die tijd ondenkbaar dat je familieleden die verzorging nodig hadden liet verkommeren. Toen de gemeenschappen groter werden ontstond burenhulp. In de middeleeuwen nam de kerk een deel van de zorg over. In ons gebied is de Abdij van Rijnsburg daar een voorbeeld van. De nonnen trokken zich het lot van de bewoners van het dorp aan en verzorgden de zieken. Ook gingen de gilden aan  nabestaanden van gildebroeders zorg geven.
Een gilde was een  vereniging van mensen die hetzelfde beroep uitoefenden.

De zorgverlening door de kerk werd vaak mogelijk gemaakt door schenkingen van rijke mensen. Zo was het ook in Katwijk aan Zee, waar voor het eerst in 1405 melding wordt gemaakt van een gasthuis. In gasthuizen werden in  vroeger tijden de zieken en ouderen verpleegd en verzorgd.
In 1481 werd een woning met erf aan de Lijdweg aan de kerk geschonken, waarin drie personen konden worden verpleegd.
Er werd niet altijd even zorgzaam met zieken omgegaan. Zo blijkt uit een oude akte uit 1295 dat het aan leprozen werd verboden om in de kapel hun mis te vieren.
Lepra is een besmettelijke ziekte en kwam in die tijd veel voor.

Zorg voor weeskinderen
De mensen werden vroeger niet zo oud als tegenwoordig.
Dat kwam doordat de gezondheidszorg en de kennis van medicijnen nog primitief waren.
Het kwam in gezinnen dan ook vaak voor dat de ouders door ziekte wegvielen en de kinderen in arme omstandigheden als wees achter bleven. Als  de familie niet  in staat was om deze kinderen op te vangen, sprong de diaconie (armenzorg) van de kerk bij. In het uiterste geval schoot soms het bestuur van stad of dorp te hulp.
Er was dus meer opvang nodig voor weeskinderen. In Katwijk aan Zee werd daarom  in 1615 een weeshuis aan de Voorstraat opgericht.
In 1623 waren er al 13 kinderen opgenomen. Op hun mouw droegen zij een wit wapen met drie zwarte lelies: het wapen van de familie Van Liere, die de oprichting van het weeshuis financieel mogelijk had gemaakt.

Ouderenzorg
Net als in andere dorpen en steden was er ook in Rijnsburg een vorm van armenzorg.
Al vanaf de zestiende eeuw bestond er een ‘oudenliedenhuis’,  dat ook opvang aan weeskinderen bood. Een deel van de ouderen bestond uit ‘proveniers’.
Dat waren min of meer welgestelde mensen, die bij wijze van zorgverzekering hun hele bezit aan het tehuis schonken en daarmee hun verzorging kochten.
De proveniers hadden binnen het huis bepaalde voorrechten.
Zo hadden zij de beste plek en de mooiste stoelen aan de gezamenlijke tafel. Ook hadden zij een eigen bank in de kerk.
Onderscheid moest er nu eenmaal zijn!

Aan het pand aan de Voorhof in Rijnsburg was ook een Waag verbonden, waarmee geld voor het oudeliedenhuis werd verdiend.
In een Waaggebouw werden vroeger de handelsgoederen gewogen.

De Verpleging
In 1923 besloten een aantal organisaties in Katwijk om samen een vereniging voor ziekenhuisverpleging voor heel Katwijk op te richten.
De aanleiding daarvoor was het besluit van de regering  om de kosten van verpleging in academische ziekenhuizen, die eerst gratis was,  te laten betalen door de patiënt.
De ziekenhuiszorg was voor veel mensen te duur om er gebruik van te kunnen maken.
De vereniging kreeg de naam  ‘De Verpleging’.

Tien jaar later had de vereniging al meer dan 15.000 leden, onder wie ook veel Rijnsburgers en Valkenburgers.
Toen de verzekerde zorg steeds kostbaarder werd sloot
De Verpleging zich aan bij het veel grotere Zilveren Kruis, en opereert nu landelijk onder de naam DVZ Verzekeringen.