Zee, zon en frisse lucht

In  kuuroorden in de ons omringende landen was het baden in zee al geruime tijd gebruikelijk. Er werd namelijk een geneeskrachtige werking aan toegeschreven. Baden in zee werd vooral heilzaam...

lezen

Zee, zon en frisse lucht

terug
naar verhalen

Burgers en Stoommachines

1800 - 1900

Kuuroord Katwijk

In  kuuroorden in de ons omringende landen was het baden in zee al geruime tijd gebruikelijk. Er werd namelijk een geneeskrachtige werking aan toegeschreven. Baden in zee werd vooral heilzaam gevonden bij huidziekten, rheumatisme en jicht, zenuwziekten, migraine, ziekten van bloedvaten en ziekten van de geslachtsorganen. Vrouwen konden baat hebben bij het baden in zee bij onvruchtbaarheid.

Daarnaast was  tuberculose in die tijd een besmettelijke volksziekte, die vooral slachtoffers maakte onder de sociaal zwakke bewoners in de grote steden. De tuberkelbacterie was weliswaar ontdekt, maar er bestond  nog geen doeltreffende medicatie. Patiënten werden in sanatoria in de bossen, op de heide en aan de kust verpleegd in de hoop dat rust, goede voeding, zon en schone lucht verbetering kon brengen.

Het Badhuis

DSC09880In Katwijk stimuleerde de in 1840 tot gemeente-arts benoemde Dr. H. Polijn Büchner het regelmatig nemen van een bad in zee, en dat het liefst naakt. Rond 1830 bezat hotel ‘ De Zwaan’ reeds één badkoetsje. Door inspanning van dokter Polijn Büchner en een twintigtal aandeelhouders werd in 1845 het Badhuis opgeleverd waar men koude en warme baden kon nemen.

“Beheer en toevoorzicht zal moeten worden opgedragen aan een persoon, welke den graad moet hebben van Doctor in de Medicijnen.”

Zeewater voor het badhuis werd in een kar aangevoerd. Op het strand bediende men zich van badkoetsjes, die al of niet waren voorzien van een zeil tegen ongewenste blikken! De tarieven bedroegen voor een warm binnenbad of druip- en regenbad 80 cent, voor een kunstmatig zwavelbad fl 1,10,  en voor een zeebad met gebruik van badkoets 25 cent. Voor de gasten werd een diligencedienst van Leiden naar het Badhuis ingesteld: op zon- en feestdagen twee maal per dag en door de week één maal.

Het Badhotel

Groot BadhotelOndanks goede bedoelingen werd het Badhuis in mei 1850 openbaar verkocht. Dr. Polijn Büchner vertrok naar Kampen. De exploitatie werd door een nieuw benoemde badarts voortgezet. In 1852 verbood de gemeente het baden in zee tussen de Oude Kerk en het Badhuis. Daarbuiten werd alleen baden met hemd en broek toegestaan! In 1859 werd Otto Baron van Wassenaer van Catwijck eigenaar van het Badhotel en werd Dr. H.B. van Rhijn badarts. In 1863 werd Karel Christiaan Feun de nieuwe exploitant van het etablissement, dat inmiddels Pavillioen-Badhotel werd genoemd. Hij organiseerde concerten waarbij de bezoekers uit Leiden met een omnibus werden vervoerd. In 1865 en vervolgens in 1870 werd het gebouw met een verdieping uitgebreid tot het Groot Badhotel.

In de loop der jaren bezochten steeds meer badgasten de pensions die inmiddels in Katwijk waren verrezen. Voor het baden in zee werd gebruik gemaakt van badkoetsjes, die eigendom waren van verschillende exploitanten.

Doordat de  bevolking van het zeedorp toenam, werd woningbouw noodzakelijk. Het Badhotel moest in april 1931 plaats maken voor de bouw van een school.

Het Zeehospitium

Zeehos 1908 persp tek hfd gebouwDe Stichting Rotterdams Zeehospitium kreeg in 1906 van de gemeente Katwijk toestemming een sanatorium voor tuberculosepatiënten te bouwen, nadat gebleken was dat er geen besmettingsgevaar voor de eigen bevolking bestond. Op 4 april 1908 opende Koningin-moeder Emma het nieuwe sanatorium met plaats voor 100 patiënten. Enkele jaren later werd dit gevolgd door de opening van het Blankenheym Paviljoen, waardoor de capaciteit werd verdubbeld. Vanaf 1916 werd aan de zieke kinderen onderwijs in een openluchtschool gegeven. In 1934 werd een modern schoolgebouw in gebruik genomen. Het grote aanbod van patiënten na de oorlog maakte uitbreiding van de capaciteit met de bouw van Zweedse barakken noodzakelijk.

Inmiddels was behandeling van tuberculose met medicijnen mogelijk geworden.

Dr. E. Warn

Dr. E. Warns

De toenmalige directeur-geneesheer Dr. E.H.J. Warns was specialist in bot-tbc. De chirurg Dr. Schepel werd aangetrokken voor operaties bij tbc-patiënten en bleef hier tot 1972 actief.  Later werd door bevolkingsonderzoek tuberculose in een vroeg stadium opgespoord en effectief behandeld. Het Rotterdams Zeehospitium werd als sanatorium overbodig en kreeg een bestemming als revalidatiecentrum. Het Rijnlands Revalidatiecentrum werd uiteindelijk in een nieuw complex in Leiden gevestigd. Tegenwoordig wonen op het terrein van het Zeehospitium zowel gehandicapte als gezonde bewoners en is er een gezondheidscentrum gevestigd.

De Leidsche Buitenschool

De geneeskrachtige werking die aan het milde zeeklimaat werd toegeschreven was een reden om in 1922 in de Katwijkse duinen ook het Herstellingsoord “De Leidsche Buitenschool” te vestigen. Initiatiefnemer  van dit project was Prof. Dr. E. Gorter, hoogleraar kindergeneeskunde te Leiden. De bleekneusjes uit Leiden die hier werden verzorgd waren besmet met tbc, of liepen gevaar besmet te worden als gevolg van slechte sociale omstandigheden. Oorspronkelijk werden ze gehuisvest in “Villa Duinlust”, die geschonken was door de Leidse ondernemer Koster. Bijzonder is dat prinses Juliana in deze villa in 1916 op medisch advies een zomer aan zee doorbracht! De bleekneusjes kregen onderwijs in de buitenschool die nog steeds bestaat.PK 16349

Inmiddels is tbc in Nederland als volksziekte bedwongen en wordt de school bezocht door kinderen met asthma, allergie of andere indicaties.

Van Wurf tot badplaats

Wie op een mooie zomerse dag over de Boulevard van Katwijk loopt en ziet hoe bezoekers genieten van zon, strand en zee kan zich niet voorstellen hoe Katwijk er 170...

lezen
Volgende verhaal

Van Wurf tot badplaats

terug
naar verhalen

Burgers en Stoommachines

1800 - 1900